‘Recht op reparatie’-wetgeving in EU komt er nu echt aan

Update 24 april 2024: De Right to Repair-plannen van de EU lijken nu wat meer vorm te krijgen. De EU heeft nieuwe regels aangenomen die fabrikanten verplichten om apparaten te repareren, zelfs na afloop van de garantieperiode. Er komt ook een online platform om consumenten te helpen lokale reparatiewinkels en verkopers van gebruikte producten te vinden. De nieuwe regels moeten nog worden goedgekeurd door de EU-lidstaten. EU-lidstaten hebben vervolgens twee jaar om deze in nationale wetgeving om te zetten.

De regels houden het volgende in:

• Bedrijven moeten 2 jaar garantie bieden op apparaten.
• De garantie wordt met een jaar verlengd als een apparaat tijdens de garantieperiode wordt gerepareerd.
• Fabrikanten moeten reparaties tegen een “redelijke” prijs aanbieden.
• Fabrikanten moeten toegang tot reserveonderdelen en gereedschappen geven, zonder reparaties door externe partijen of het gebruik van 3D-geprinte onderdelen te belemmeren.

Toch vinden sommige critici dat de regels nog niet ver genoeg gaan. Ze gelden alleen voor consumentenproducten en niet voor zakelijke aankopen en industriële goederen. Ook zijn er zorgen over de vage formulering als het om uitzonderingen gaat. Fabrikanten kunnen op basis daarvan een reparatie weigeren door zich te beroepen op “legitieme en objectieve factoren” zoals het beschermen van intellectueel eigendom.

Hieronder lees je ons eerdere bericht van 9 maart 2020.

‘Recht op reparatie’ voor smartphones

Een actieplan van de EU moet ervoor gaan zorgen dat we onze iPhones en en andere smartphones makkelijker kunnen repareren. De circulaire economie moet gestimuleerd worden, vind de EU-commissie in een voorstel dat dinsdag officieel gepresenteerd gaat worden. Consumenten moeten op die manier een sterkere positie krijgen ten opzichte van fabrikanten. Het consumentenrecht zou herschreven moeten worden, met onder andere het recht op reparatie. De nadruk ligt daarbij op communicatie- en computerapparatuur, zoals smartphones. Een concreet wetsvoorstel zou al in het vierde kwartaal van dit jaar klaar moeten zijn.

De wet moet zorgen voor meer duurzame consumptie en moet verhinderen dat elektronische apparatuur zo wordt gemaakt, dat ze nauwelijks nog te repareren zijn. Reparatiebedrijven zijn over het algemeen tevreden met de repareerbaarheid van iPhones, maar vinden uiteraard dat er nog wel wat te verbeteren is. Zo zou Apple bij het ontwerpen van iPhones nog meer rekening kunnen houden met recycling en hergebruik van onderdelen.

Ondertussen is de EU ook bezig met plannen om één oplader voor alle smartphones in te voeren. Dit zou op 1 juli al in moeten gaan. Maar Europa wil nog een stap verder gaan. Tot nu toe worden afgedankte elektronische apparaten maar in 35 procent van de gevallen gerecycled in de EU-landen. Goedkope productie in lagelonenlanden zorgt er vaak voor dat het goedkoper is om een nieuw apparaat aan te schaffen, dan een bestaand apparaat te laten repareren in een EU-land, waar de lonen veel hoger liggen. Verder speelt mee dat sommige elektronische apparaten vaak zo gemaakt zijn, dat ze helemaal niet te repareren zijn.

Bekijk ook

Europese Parlement wil universele smartphonelader vanaf juli 2020

Het Europese Parlement heeft met grote meerderheid besloten om over te stappen op universele opladers voor mobiele apparaten. Met 582 stemmen voor en 40 stemmen tegen is duidelijk dat Apple's argumenten geen indruk hebben gemaakt.